van Ewsum




Bewoners van de borg Tammingahuizen

In 1617 overlijdt Wigbolt Clant, waarna Tammingahuizen wordt verkocht.
De borg komt dan in het bezit van de familie van Ewsum.

1617 - 1644
Christoffel van Ewsum (÷1590-1644), getrouwd met Anna van Sickinge (-1643)
- zoon van Ulrich van Ewsum (÷1552-1601) en Johanna Gerritsdochter van Ingen Nieulandt, thoe Falburg, Ulrich was eerder getrouwd met Sofia Egbertsdochter van Clant van Stedum.
- kleinzoon van Christoffel van Ewsum (÷1520-1583) en Margrieth van Dornum (1510 - 1583)
  (In 1577 zat ene Christoffel van Ewsum als een van de Ommelander Heren gevangen in de stad, samen met o.a. Johan Rengers van Ten Post, mogelijk betreft dit deze Christoffel)
- achterkleinzoon van Wigbold van Ewsum (÷1470-1528) en Beetke van Rasquert (÷1484-1554)
 (Beetkes overgrootvader was Abele Tamminga, niet bekend of dit de naamgever van Tammingahuizen was)
Macdowell

Ulrich van Ewsum (1623-1706), getrouwd met (Johanna) Emilia Macdowell.
Hij was heer van Tammingahuizen en jonker en hovelinck van Ten Post en Garrelsweer.
Tammingahuizen was de hoofdzetel van de Van Ewsums. Zij was de dochter van een Britse edelman, de Graaf van Clancarty, hoogleraar te Groningen, die woonde op Ellersma te Hoogkerk.

1706 - 1719
Dochter Johanna Emilia van Ewsum (1659-1719), getrouwd met haar achterneef Rudolf Polman van Garreweer (1662-1719)

1719 - 1732
Dochter Ida Johanna Polman (1689-1732) trouwde op 17 mei 1721 te Wittewierum met Bernhard Gruys (1694-1733). In 1732 overlijdt Ida Johanna bij de bevalling van een tweeling. Bernard Gruys sterft een jaar later. De erfenis van Bernard was vermoedelijk bezwaard met leningen, wat tot verkoop van de borg leidt. De collatie- en Eesterrechten werden in 1737 verkocht aan Egbert Rengers van Farmsum.